Ik kom op scholen nog regelmatig groepsplannen tegen. Soms prima en goed ingezet, maar soms ook erg instrumenteel. ‘En, helpt het je?’ ‘Ach, we moeten dit van de intern begeleider doen’ of ‘Zo doen we dit al jaren.’ Beide geen sterk argument. Oké, afspraak is afspraak binnen de school.
Maar al te vaak worden middelen als formulieren, overzichten en structuren als doel ingezet. Groepsplannen, aanvragen voor budgets, nieuwe ideeën die eerst in een plan van aanpak moeten komen, kindbesprekingen, deelname aan een plusklas en noem maar op. Alom frustratie: de een moet het invullen, de ander moet er weer om vragen, weer een ander vindt dat ze niet goed ingevuld zijn en dat men zich niet aan afspraken houdt. Een cultuur van samenwerken, van interactie, van doen gaat boven die van plannen en documenten, processen en instrumenten (die we dan ook nog tools noemen).
De valkuil van formats en structuren is dat je de inhoud en het doel uit het oog verliest. Als we ze gebruiken, moeten ze je helpen om morgen beter onderwijs te geven. Het systeem moet kloppen, maar nog belangrijker: het moet werken.
Deze column van Mark van der Pol is eerder verschenen op de website van JSW